Tweede kerstnieuwsbrief 2012 - Reisverslag uit Tirana, Albanië van Anne-Lise Lubbers-Rasmussen - WaarBenJij.nu Tweede kerstnieuwsbrief 2012 - Reisverslag uit Tirana, Albanië van Anne-Lise Lubbers-Rasmussen - WaarBenJij.nu

Tweede kerstnieuwsbrief 2012

Door: Anne-Lise Lubbers Rasmussen

Blijf op de hoogte en volg Anne-Lise

01 Januari 2013 | Albanië, Tirana


Het is eerste kerstdag. Vanmorgen zijn we al vroeg opgestaan om het open vuur aan te steken in ons huisje.
Het is s’nachts verschrikkelijk koud en het open vuur is de enige verwarming die wij hebben. We hebben wel een paar elektrische kacheltjes maar aangezien er de meeste tijd geen stroom is kunnen we deze vorm van bijverwarming wel vergeten. Het kost te veel geld aan dieselolie om alleen gedurende de nacht voor deze elektrische kacheltjes de generator aan te zetten. Overdag is het vrij zacht weer en droog, dus mooi weer om ons werk te doen. Vandaag vieren we samen met de kinderen van de dagopvang het kerstfeest. Samen met de leidsters hebben de kinderen een heel programma gemaakt. Er worden verscheidene kerstliederen gezongen in het engels en het albanees. Een aantal kinderen hebben een tekst uit hun hoofd geleerd en mogen dat opzeggen. Je kunt het ongeveer vergelijken met het kerstfeest van de zondagschool. Het kerst evangelie wordt door een paar kinderen uitgebeeld. Iedereen heeft goed zijn best gedaan. Zelfs de kleintjes van drie jaar zeggen een tekst uit het hoofd op. Na het officiële gedeelte kijken we een dvd . We wilden graag een dvd over het kerstevangelie in het albanees, maar die konden we nergens vinden. Er was wel een dvd over het leven van Jozef, dus was de keus gauw gemaakt. De kinderen genieten volop en er heerst een goede sfeer. Om 13.00 gaan de kinderen eten en na het eten krijgen de kinderen allemaal de tasjes met cadeautjes. Wat zijn ze blij de kinderen. Ook de broertjes en zusjes worden niet vergeten en krijgen ook een tasje. Als alle kinderen naar huis zijn eten we samen met al het personeel van het kinderhuis. Dit was onze eerste kerstdag in Albanie. Heel anders dan bij ons in Huizen, maar het was fijn om erbij te zijn.

Tweede kerstdag s’morgens komen alle kinderen van het KANS project. Ze maken een kerstkaart voor hun sponsor en schrijven er een kerst en nieuwjaarswens in. Voor alle kinderen is er een kinderbijbel en een kersttasje. In januari gaan we bij alle gezinnen van de kinderen op bezoek. Ook zullen we dan de scholen bezoeken voor de resultaten van de kinderen van het eerste halfjaar. Deze resultaten zullen worden doorgestuurd naar de sponsors van de kinderen. Als alle kinderen naar huis zijn, gaan wij verder met het uitdelen van de voedselpakketten. Er staan inmiddels al aardig wat mensen aan de poort te wachten.
Bij alle voedselpakketten hebben we een Bijbelse kalender gedaan. Voor de kinderen is er een boekje over het leven van Jezus. Het merendeel van de mensen komt met een kruiwagen om het eten in te vervoeren. Sommige hebben een ezel bij zich waar het eten opgebonden wordt. Ben je niet in het bezit van een kruiwagen of ezel wordt het eten op hun rug vervoerd. “s middags laden we de minibus vol met eten en bijbelse lectuur, en rijden we naar Shkuter om daar de gezinnen langs te gaan. Het is een moeilijke weg om er te komen, een weg vol gaten en grote stenen. In Nederland hebben we een spelletje met een gat in de weg, maar hier is het realiteit. Bilardi onze bodygard van het kinderhuis woont in dit dorp. Hij gaat de gezinnen langs om te vertellen dat ze eten bij de minibus kunnen halen. Ik ga samen met Zamira naar een oude vrouw die zelf niet bij de minibus kan komen. Ze zit of ligt de hele dag op bed en komt nooit meer buiten. Het pad naar het huisje loopt stijl naar beneden, je moet goed kijken waar je loopt, want vanwege de vele gaten en stenen lig je zo onderuit. Het vrouwtje is zo blij dat ze ons weer ziet en zegt: Ik wist het dat jullie me niet zouden vergeten. Ik moet bij haar op bed komen zitten want ze wil mijn hand vasthouden, Ze zegt: “Zoti ju bekofte” ( Gods zegen) Maar wat kan ik nu terug doen, wat moet ik jullie nu geven? Ik zeg dat ik al blij ben met haar lach. Daar wil ze echter niets van weten. Ze graait ergens onder haar bed en komt met een paar appeltjes te voorschijn. Met een brok in mijn keel neem ik de appeltjes aan en bedank haar. Ik geef haar een dikke knuffel, ik word helemaal blij van binnen. Het is weer duidelijk voor mij, het is beter te geven dan te ontvangen. Terug bij de minibus is Herman samen met Plump al volop bezig met het uitdelen van het eten. Ook hier allemaal blijde mensen. Op de terugweg bezoeken we wat families en geven ook hier de voedselpakketten af. Het laatste gezin dat we bezoeken, is het gehandicapte gezin in Krabbe. De vader, moeder en drie volwassen kinderen zijn allemaal zwakbegaafd. Diana de oudste dochter is in de keuken levertjes aan het koken, het stinkt verschrikkelijk en het is een gigantische zwijnenstal. Overal ligt wat en tussen de smerige potten en pannen zit een kat. De grond ligt bezaaid met sinaasappelschillen. De kamer ziet er al niet veel beter uit. Netje de andere dochter ligt in bed, en als ze hoort dat wij er zijn komt ze direct overeind. Normaal gesproken heb ik een pop voor haar bij me maar ben ik nu dus vergeten. Dit wordt me niet in dank afgenomen. Ze is boos op me en kruipt weer terug onder de dekens. Maar als ik haar beloof dat ik deze week nog terug kom om een pop te brengen, kan er zowaar een lachje af en komt ze toch maar weer onder die dekens vandaan.
Ik ben blij als ik weer buiten sta in de frisse lucht. We nemen afscheid en ik beloof gauw de pop te komen brengen voor Netje.
Voor vandaag is het genoeg geweest, we gaan naar huis en koffie zetten. Gelukkig hebben we de kok meegenomen uit Nederland.( mijn moeder) Die zorgt dat we in ieder geval warm eten krijgen. Het is iedere keer weer een verassing wat er uit haar koffer komt aan sausjes e.d. en het is voor ons makkelijk dat we zo kunnen aanschuiven. Tot zover vandaag, morgen is er weer een dag. Er moet nog een hoop eten uitgedeeld worden. Morgen hopen we naar Mihajas te gaan. Daar zullen we ook de kersttasjes uitdelen.

Als we de volgende morgen wakker worden stroomt het van de regen. We hopen dat het droog wordt anders kunnen we het vergeten om naar Mihajas te gaan. Ons autobusje wordt door Herman en Plump alvast volgeladen met rijst, spaghetti, suiker, olie en kaas. Ook de nodige bijbelse lectuur, schoenendozen, goed gevulde tasjes en heel veel zelfgebreide truitjes en mutsen gaan er mee. Het autobusje is afgeladen. Om ongeveer 10 uur stopt het met regenen en wagen wij het erop om richting Mihajas te gaan. Als wij de afslag van de hoofdweg hebben genomen gaan wij verder over een grindpad richting Mihajas. Dit is ongeveer 8 kilometer rijden over een gevaarlijke bergpas met aan de linker kant direct diepe afgronden. Af en toe slipt het autobusje wat weg maar na ongeveer drie kwartier komen wij veilig en wel aan in een afgelegen gedeelte van het bergdorp Mihajas. Hier wonen ongeveer 12 gezinnen. Ook het gezin van Fadil Hoxha waar wij ongeveer anderhalf jaar geleden het huisje van hebben opgeknapt. Twee van hun kinderen zitten in het “Kans” project.
Binnen een mum van tijd staan de ouders met hun kinderen rondom ons busje. Als de achterdeuren van het busje opengaan, beginnen de kinderen al te springen, te klappen en te gillen. De kinderen zijn door het dolle heen.
De ouders zien wij meer kijken naar het voedsel, je ziet ze denken: Wat en hoeveel zullen wij krijgen.
Als alles is uitgedeeld gaan wij verder want wij moeten nog meer gezinnen bezoeken in Mihajas. Mihajas is een klein bergdorp ver van de bewoonde wereld. Als je vanaf de bergen op Mihajas kijkt zie je overal zo’n tien tot vijftien huisjes bij elkaar staan. Je vraagt je af, hoe hebben zij het kunnen verzinnen om hier te gaan wonen.
Overal is het grote armoede, het enigste wat je ziet is dat de ouders met hun kinderen er redelijk goed gekleed bij lopen. Dat doet ons goed want het overgrote deel van de kleding en schoenen komt vanuit ons dorp Huizen.
Als wij de mensen spreken dan klagen zij steen en been. Zoals ik al eerder schreef was het twee maanden geleden dat Albanie honderd jaar bestond. In de hoofdstad Tirana werd een groot feest gevierd wat heel veel geld heeft gekost. Dit gaat nu ten koste van deze gezinnen want hun uitkering of pensioentje is om dit grote feest te financieren voor twee maanden stopgezet. Nog erger is dat er mensen zijn die werken langs de wegen om deze schoon te houden al zes maanden geen salaris meer hebben gehad. Wij kunnen dit ons in Nederland niet voorstellen. Er zijn natuurlijk ook nog goed willende burgemeesters, maar als je geen budget van de overheid meer krijgt, wat moet je dan als gemeentelijke overheid.
Na alle huizen met hun gezinnen te hebben bezocht gaan wij enigszins gedeprimeerd huiswaarts om het autobusje weer vol te laden voor het volgende bergdorp. Wij laten blijde kinderen achter met een tas vol met nuttige dingen zoals wat speelgoed, schoolspullen, zeep, tandpasta enz. Deze kinderen begrijpen de hele situatie niet zo en dat is maar goed ook. Laat deze kinderen maar even kinderen blijven. Voor de ouders is dit anders.
Zij zijn blij en dankbaar dat zij weer voor een aantal maanden te eten hebben. In hun achterhoofd blijven de zorgen spelen voor de uitzichtloze toekomst die hun kinderen hebben.
Als wij weer thuis zijn wordt het autobusje weer volgeladen met voedsel voor het bergdorp Momle.
De vorige keer dat wij in dit bergdorp kwamen liep het hele bergdorp uit. Voor het eerst in hun leven was er een auto in hun dorp. Op de terugweg hebben wij het toen geweten. Op een gegeven moment kantelde onze auto tegen een bergwand aan. Even verder was er een stuk bergrots naar beneden gevallen. Er moesten toen mensen aan te pas komen om het stuk rotssteen door midden te hakken.
Ondertussen begint het weer hard te regenen dus zijn wij noodgedwongen de rit naar het bergdorp Momle uit te stellen. Herman is eerst nog eigenwijs, hij wil het er wel op wagen. Hij is een lieverd maar zijn nadeel is dat hij voor niets en niemand bang is. Nadat Zamira en ik wat met hem hebben gepraat besluit hij toch om voor vandaag van het bezoek aan dit bergdorp af te zien.
Er staan echter wel weer een groot aantal mensen voor de poort om hun voedsel op te halen. De mensen die op de lijst staan krijgen alvast hun voedsel nadat deze mensen de lijst van de burgemeester hebben afgetekend. Later deze week kunnen wij nog bekijken welke gezinnen er eventueel nog in aanmerking komen voor het nodige voedsel. Als de financiën het toelaten kan Herman altijd nog eten bij kopen.
Ondertussen is het vier uur en het begint al donker te worden. Wij maken nog wat dozen met kleding klaar voor een aantal gezinnen die Herman morgenochtend vroeg wil wegbrengen.
Het is alweer zeven uur als wij gaan eten. We drinken nog een bak koffie en gaan op tijd naar bed. We zetten de wekker op zes uur want er staat ons morgen weer een druk program te wachten, de tijd dat wij weer naar Nederland hopen te gaan begint te dringen. Vier dagen en het zit er weer op.

Het is nu vrijdag en Herman is al vroeg weggegaan om de dozen met kleding weg te brengen. Hij wil weer op tijd terug zijn want vandaag wordt het “voedsel ophaaldag” De families die het eten zelf kunnen ophalen komen dan bij ons om het eten in ontvangst te nemen. Wij werken dan volgens lijsten maar het is gewoon niet te doen. De bodygard, met een geladen geweer aan de poort, laat steeds vijf mensen binnen om naar beneden te komen om hun eten voor de komende maanden op te halen. De mensen denken gewoon dat er geen eten is voor iedereen, het is daarom ook een gedrang van jewelste. Herman zet samen met de werkers van het kindertehuis het eten en de kaas in porties klaar. Ondertussen deel ik aan iedereen de bijbelse lectuur uit, maak een praatje en probeer tussendoor ook nog wat foto,s te maken. Ondertussen is het twaalf uur als alle mensen hun eten hebben opgehaald. Een paar namen op de lijst zijn nog niet afgetekend. Wij kennen deze mensen. Het zijn twee bejaarde echtparen die echt niet in de gelegenheid zijn om het eten zelf op te halen. Vanavond zal Herman het eten wel bij hun thuis brengen.
Om 1 uur staan de volgende mensen, uit twee andere bergdorpen, alweer voor de deur. Alles loopt gelukkig naar wens. Er zijn natuurlijk altijd wel wat mensen die denken dat zij recht hebben op wat extra eten. Wij kennen deze mensen en dit is elk jaar weer hetzelfde ritueel. Ik neem mijn petje af voor de vooral wat oudere mensen als ik zie hoe zij het eten met zich meenemen. Het is algauw zo’n veertig kilo aan voedsel wat zij soms op hun rug met zich mee moeten sjouwen. Tien kilo rijst, tien kilo suiker, tien kilo spaghetti, acht liter olie en dan ook nog de kaas met de nodige bijbelse lectuur. Met een voldaan gevoel gaan wij om een uur of vier naar boven en zetten een pot koffie. In een dag zesduizend euro aan voedsel armer, wij hebben het gevoel zesduizend euro rijker te zijn geworden van binnen. Temeer daar ik een klein meisje tegen haar moeder hoorde zeggen: “Hebben wij toch nog te eten met oud en nieuw mamma”. Ondanks dat wij er verschrikkelijk druk aan zijn om alles in goede banen te leiden geeft dit je de kracht om door te gaan. Lieve mensen die dit lezen, geloof me, er is geen mooier en dankbaarder werk om dit werk te mogen doen. Je naaste in nood te mogen en kunnen helpen. Gelukkig staan Herman en ik hierin op een lijn. “Alles wat gij voor de minsten hebt gedaan, hebt gij voor Mij gedaan”
Lieve mensen, bedankt voor uw gebed en dat u alles financieel mogelijk hebt gemaakt. Wij weten zeker dat deze mensen het zeer waarderen met de hulp die wij hun mogen geven in de vorm van kleding, schoenen, medicamenten, schoolspullen, voedsel en al wat nog meer.
Na wat te hebben gegeten brengt Herman nog het beloofde voedsel bij de twee bejaarde echtparen. Ondertussen is het alweer laat en met een voldaan gevoel gaan wij om ongeveer 10 uur naar bed.



Zaterdag morgen staan er weer mensen aan de poort voor eten. We helpen eerst deze mensen en dan ga ik samen met mijn moeder naar Tirana om Alba op te halen. Samen met haar gaan we naar de straatkinderen. We gaan eerst naar de vuilnisbelt even buiten Tirana. Hier wonen Roma zigeuners in een krottenwijk. Een krot is volgens het woordenboek een oud vervallen huis. Dat klopt wel voor de Nederlandse situatie, maar niet voor de Roma zigeuners in Albanie. Voor hen is een krot een klein huisje gemaakt van afvalmateriaal, zoals karton, hout en plastic, niet al te stevig in elkaar getimmerd. Het enige teken van leven zijn een paar koeien die lopen te grazen alsof ze in een weiland lopen in plaats van op een berg afval. In het midden van het afval is er een openbaar toilet gemaakt van drie planken en een deken die dienst doet als deur. Je zult je kinderen op deze plek moeten grootbrengen, ik moet er niet aan denken. Op het moment dat we denken dat er niemand is, komen er een paar kinderen aangelopen met hun moeder en een oma. Ze zeggen dat alle andere kinderen in Tirana zijn om te bedelen. We delen wat kersttasjes, kalenders en Disney figuurtjes uit, en gaan weer terug naar Tirana. Als we terug rijden zien we nog een krot staan, helemaal afgezonderd van de andere krotten. We stappen uit omdat wie hier ook kinderen zien lopen. Er loopt een klein jongetje op zijn blote voetjes door de rotzooi heen. We maken kennis met de moeder die zo blij is als ze ziet dat haar kinderen een kersttasje krijgen dat ze begint te huilen. Ze heeft vier kleine kinderen, vader is er vandoor, dus moet ze het alleen zien te rooien. Als ze ook nog eens ziet dat we met macaroni, spaghetti, suiker en olie aan komen lopen zegt ze blij: is dat echt allemaal voor mij.
Omdat we in de buurt van Rabia zijn, gaan we ook daar eten brengen. Rabia is de big mama van een heleboel Roma kinderen. Geregeld brengen we eten bij haar dus ook nu. Rabia is niet thuis, maar haar dochter wel, dus we laten het eten bij haar achter. Ze vertelt dat Rabia in het park is met de kinderen dus gaan we daar heen. Voor de kinderen die zij onder haar hoede heeft, hebben we ook een kerst tasje. De tam tam is al rondgegaan, want als we aan komen rijden, staan ze allemaal al te wachten. Deze Roma zigeuner groep ken ik al bijna twintig jaar. Hun kinderen heb ik zien opgroeien en zijn zelf al vader en moeder. De kinderen die er nu lopen ken ik vanaf hun geboorte. In deze groep zat ook Rina het zigeunermeisje met lupus. Zij is vorig jaar na een lang ziekbed overleden. Ik mis haar nog steeds. Met haar was ik heel close, maar ook Elske en Elise hadden een goed contact met haar. We delen de tasjes uit, en het is een genot om te zien hoe blij de kinderen met hun tasjes zijn. Sara één van de meisjes zit een beetje triest voor haar uit te staren. Haar baby is een paar weken geleden geopereerd aan haar buik. Rabia zegt dat de baby geen uitgang heeft, en ze hebben in het ziekenhuis een gaatje in haar buik gemaakt. Ik kan er verder niet veel wijs uit worden, wat er nu precies aan de hand is. Volgende week moet de baby weer geopereerd worden. Het is te hopen dat het baby’tje voor die tijd geen infectie opgelopen heeft anders kon het wel eens verkeerd aflopen. In deze gemeenschap nemen ze het niet zo nauw met de hygiëne. Het is inmiddels 16.00 uur dus tijd om weer terug naar huis te gaan. We willen voor donker weer terug in Mushqeta zijn. Ik houd er niet van om de weg terug in het donker te rijden.


Vandaag is het zondag. Deze zal er anders uit zien als de zondagen zoals wij gewend zijn. Afgelopen donderdag stond er op het programma om in de middag naar het bergdorp Momle te gaan. Zoals ik al eerder schreef was het vanwege de vele regenval te gevaarlijk om naar dit bergdorp toe te gaan. Wij laden het autobusje dan ook vol met eten voor ongeveer zestig gezinnen. Ook de nodige zelf gebreide truien, mutsen en sjaals gaan mee om uitgedeeld te worden. Het bergdorp Momle ligt halverwege Tirana / Elbasan ver van de bewoonde wereld af de bergen in. Als we de afslag van de provinciale weg nemen is het ongeveer een uur rijden om in dit bergdorp te komen. De keren dat wij in dit bergdorp zijn geweest gingen wij altijd met een sterke vierwiel aangedreven auto. Dit gaf dan meestal niet zoveel problemen. Nu ging dit even anders want wij waren nu met ons afgeladen autobusje vol met voedsel. Goed en wel reden wij op het bergpad en wij kwamen met de auto al vast te zitten. Herman vond het onverantwoord om verder te rijden. Daar stonden wij dan, het autobusje wat niet voor of achteruit kon en geen mens te bekennen. Ook was het nog eens een keer steen en steen koud. Hier hadden wij al gauw een oplossing voor gevonden. Nadat wij wat takken en boomstronken bij elkaar hadden verzameld brandde er al snel een vuur waar wij omheen gingen staan zodat wij het nog enigszins warm hadden.
Na ongeveer een half uur kwam er een man op een paard aan die naar het bergdorp Momle moest. Wij vroegen hem om de mensen naar ons toe te laten komen. Binnen een uur zagen wij de eerste mensen al aan komen. Het was prachtig om te zien. Al die mensen die er aankwamen, op hun paard en heel veel kinderen op een ezel.
Herman vroeg aan de mannen die er waren om hem eerst te helpen met het autobusje uit de modder te duwen. Dat lukte en de auto werd direct gekeerd. Deze klus was in ieder geval geklaard. Nu konden wij beginnen met het uitdelen. Nadat het eten was uitgedeeld werd alles op de paarden en ezels gebonden. Samen met mijn moeder hebben wij alle kinderen een trui en een muts gegeven. Deze namen gretig aftrek. Nadat alles was uitgedeeld gingen de mannen, vrouwen en de kinderen dankbaar en blij huiswaarts. Ondertussen was het al drie uur en ook wij gingen weer naar huis. Dit was een dag met een hoop belevenissen die wij niet gauw zullen vergeten.
Als wij thuis komen is het al over vieren. Voor de rest van de dag houden wij het voor gezien.

Het is maandagmorgen, oudejaarsdag. Herman zal vandaag de laatste gezinnen bezoeken om daar het eten af te geven. Ook zullen er nog een aantal mensen komen om het eten op te halen. Vandaag moeten wij ons voedsel programma proberen af te ronden, want morgen hoopt Herman weer naar huis te gaan. Ik ga samen met mijn moeder en Zamira naar Tirana. We gaan op bezoek bij Emra, Xhoi en haar zusje Erjona. Emra en Xhoi hebben jaren bij ons in het kinderhuis gezeten. Wegens de regelgeving in Albanie, dat alles te maken had met de voogdij van de kinderen, werden de kinderen overgeplaatst naar het staatskinderhuis. Ik probeer bijna iedere keer als ik in Albanie ben de kinderen te bezoeken. De zus van Ytsje Feddema maakt altijd een doos kleding voor de kinderen waar ze altijd erg blij mee zijn. Ook nu zijn ze blij als ze ons zien. We worden fijngeknepen, en het lijkt of ze ons niet meer los willen laten. Wat zien ze er goed uit! Dat is ook wel eens anders geweest. In het begin konden de kinderen moeilijk wennen, maar nu gaat het de goede kant op en lachen ze weer. We kunnen niet lang blijven want ze moeten weg. Gelukkig waren we nog net op tijd. We nemen afscheid van de kinderen. Natuurlijk moeten we de groeten aan iedereen doen, en dat beloven we. Heerlijk om te zien dat het goed met ze gaat.
Als we weer thuis komen, is Herman bezig de laatste porties eten uit te delen.
Nog even en het oude jaar ligt achter ons, en gaan we een nieuw jaar tegemoet. We mogen terugzien op een goed
jaar waarin een hoop werk is verzet. Werk wat we zonder uw hulp niet hadden kunnen doen. We danken de Heere God dat hij ons de kracht en de liefde gaf om dit mooie werk te doen.

Het is nieuwjaarsmorgen. Herman is zijn tas aan het inpakken en hoopt zo dadelijk naar het vliegveld te gaan om de terugreis te aanvaarden. Hij hoopt om kwart over zeven te landen zodat hij misschien nog een klein uurtje bij het jaarlijkse samenkomen van de “Lubbers familie”aanwezig kan zijn.
Samen met mijn moeder hoop ik rond de middag naar Tirana te gaan. Daar moeten nog een aantal families worden bezocht. Onder ander Margarita, een gebochelde vrouw, die dagelijks langs de weg loopt met een oude rollator om aan de kost te komen. Veelal als wij in Tirana zijn bezoeken wij haar. Zij woont alleen en leeft onder zeer arme en primitieve omstandigheden. Zij stelt onze belangstelling en hulp zeer op prijs.
Vanavond wil ik ons huisje vast wat gaan opruimen en schoonmaken. Ook ik hoop samen met mijn moeder morgen weer naar Nederland terug te vliegen.

Dit was het dan voor deze keer. Ik ga nu stoppen met schrijven. Ik hoop dat ik u enigszins op de hoogte heb kunnen houden van onze werkzaamheden / hulpverlening die wij de afgelopen twee weken hebben mogen doen.

Ik ga zo dadelijk proberen dit laatste verslag te versturen. Ik hoop dat het wat sneller gaat als anders want de internet verbinding is zeer slecht.

De hartelijke groeten en in alle opzichten een goed en voorspoedig 2013.

Hartelijke groeten, Annie Rasmussen, Herman en Anne-Lise. .



  • 01 Januari 2013 - 16:56

    Dennis:

    Een erg indrukwekkend verslag,hartverwarmend om te lezen dat door al het harde werk in Nederland er voor de allerarmsten in Albanië toch iets van een kerstgevoel word gebracht. Alle respect voor al jullie inzet en doorzettinsvermogen!

  • 01 Januari 2013 - 19:39

    Letteke:

    xxx

  • 01 Januari 2013 - 20:44

    Bep Slop:

    geweldig wat jullie daar doen ik wens jullie allen Gods zegen op het mooie werk
    en hopen dat jullie nog veel voedsel en kleding daar mogen brengen, en een
    gezegend 2013
    hartelijke groet Bep Slop

  • 01 Januari 2013 - 20:54

    Martin:

    Mooi om te lezen wat jullie weer voor deze mensen hebben kunnen betekenen. In en in triest hoe de overheid zijn verantwoordelijkheid draagt.
    Jullie allemaal het beste toegewenst voor 2013

  • 02 Januari 2013 - 16:19

    Corine :

    Wat een verhaal, heb het met veel verwondering en verbazing gelezen,heel veel goed werk hebben jullie verricht!
    Alle respect voor jullie,ik wens jullie een gezegend 2013

  • 02 Januari 2013 - 17:40

    Joyce Bout:

    Fijn, dat alles weer zo goed is gelopen en dat jullie zo veel hebben kunnen betekenen in Albanie. Ook voor jullie allemaal een goed, gezond en gezegend 2013!

  • 04 Januari 2013 - 08:42

    Willem Kuipers:

    Veel dank voor jullie hartverwarmende werk.
    Een gezond en gezegend 2013 toegewenst ! groeten, Willem & Maria.

  • 11 Januari 2013 - 15:35

    Patricia:

    lieve familie heel veel bewondering voor jullie, het land heeft het hard nodig zo te lezen ,wij zijn alleen maar in tirana, durres en seranda geweest en dat is goed bedeeld vergeleken met de dorpjes die jullie iedere keer weer bezoeken. alleen jammer dat er nog zoveel corruptie is.maar petje af voor wat jullie voor die mensen betekenen

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Albanië, Tirana

Albanië 2012

Vrijwilligerswerk

Recente Reisverslagen:

01 Januari 2013

Tweede kerstnieuwsbrief 2012

26 December 2012

eerste Kerstnieuwsbrief december 2012

17 December 2012

Albanië december 2012

29 Augustus 2012

Negende reisverslag

19 Augustus 2012

achtste reisverslag
Anne-Lise

Actief sinds 30 Juni 2012
Verslag gelezen: 1325
Totaal aantal bezoekers 86274

Voorgaande reizen:

15 Oktober 2019 - 15 Januari 2020

Winter 2019

27 Juli 2018 - 07 Augustus 2018

Zomer 2018

28 Juli 2017 - 07 Augustus 2017

(T)Op survival

07 Juli 2016 - 03 September 2016

Vele handen maken licht werk

09 Juli 2015 - 09 September 2015

op weg naar de bouwplaats

11 December 2014 - 02 Januari 2015

Kerst 2014 Albanie

01 Juli 2014 - 02 September 2014

Op de bres voor Albanie

29 Juni 2013 - 03 September 2013

Zomerwerk Albanië 2013

18 December 2012 - 02 Januari 2013

Albanië 2012

Landen bezocht: